Nieuws over Lifestyle voor balans - Bolans
639
page-template,page-template-full_width,page-template-full_width-php,page,page-id-639,page-child,parent-pageid-379,ajax_fade,page_not_loaded,,qode_grid_1300,footer_responsive_adv,hide_top_bar_on_mobile_header,qode-content-sidebar-responsive,qode-theme-ver-14.5,qode-theme-bridge,disabled_footer_bottom,wpb-js-composer js-comp-ver-4.3.5,vc_responsive
 

Nieuws over Lifestyle voor balans

Lifecoaching is niet meer weg te denken uit onze maatschappij. Door de toename in druk en snelheid waar iedereen mee te maken heeft, komen we verder van onszelf te staan. Vrijwel iedereen heeft spanningsklachten maar niet iedereen neemt de tijd ervoor om daar goed mee om te gaan.

Langzaamaan raken we gelukkig wel gewend aan een nieuwe lifestyle van velen om ons heen. Een levensstijl waarin ontstressen, gevarieerd en gezonder eten, bewegen, mindfulness, yoga, (life)coaching, minder moeten en meer genieten, en tal van andere manieren om meer in balans te zijn, hun effecten al van hebben bewezen. Een aanpassing in levensstijl en denkwijze is waar vrijwel iedereen op uit komt wanneer ze onbalans hebben meegemaakt.

Over levensstijlen om in balans te komen wordt veel geschreven. BOLANS selecteert regelmatig artikelen die een goed beeld geven van onbalans; het ontstaan, de gevolgen en de levensstijlen om onbalans te voorkomen. Bekijk hier onder diverse artikelen en nieuwsitems.

Wil je 6x per jaar nieuws over lifestyles om in balans te zijn ontvangen dat door BOLANS is geselecteerd? Vul dan hier je emailadres in.

Deze generatie zwangeren: 51% meer kans op angst en depressie

Doordat er tegenwoordig meer moet worden nagedacht over de ‘work-life-balance’, hebben zwangeren beduidend meer stress. Verwachtingen en ambities staan vaak haaks op het krijgen van een kindje >>
[read more=”Lees verder..” less=”minder”]

 

 

Zwangere vrouwen nu vatbaarder voor depressie dan vroeger

 

17 juli 2018 – Jonge vrouwen van nu hebben 51% meer kans op depressie en angstgevoelens dan hun moeders, toont een recente studie van de Universiteit van Bristol aan. Dat zowel de moeders in de jaren ’90 werden onderzocht als de dochters 25 jaar later is uniek, zo meldt het Nieuwsblad.be

 

Work-life balance

Een opmerkelijk resultaat, en de auteurs van de studie wijten dit deels aan het feit dat meer vrouwen nu aan het werk zijn dan 25 jaar geleden, en dat er nu meer moet nagedacht worden over een work-life balance. “Jonge zwangere vrouwen nu hebben beduidend meer stress”, zegt dr. Rebecca Pearson, psychiatrisch epidemioloog en verbonden aan de studie.

 

“Twee zaken zijn heel belangrijk als het over de mentale gezondheid van jonge, zwangere vrouwen gaat. Enerzijds zijn er de verwachtingen en ambities van de vrouwen, die vaak haaks staan op het krijgen van een kindje. Anderzijds is het ook vaak fysiek bijzonder lastig voor zwangere vrouwen om te blijven werken als ze eenmaal zwanger zijn. “Naast de werkdruk is er ook de financiële druk. De kost om te leven en om te wonen is veel duurder geworden.”

 

Het is de eerste keer dat twee generaties zo nauwgezet opgevolgd werden als het over zwangerschap gaat. Ook opmerkelijk: als de mama vatbaar was voor depressie en angstgevoelens tijdens de zwangerschap, had ook de dochter drie keer zoveel kans op negatieve gevoelens.

 

Bron: Nieuwsblad.be

 

[/read]

Meditatie verandert structuur van hersenen positief

Op MRI-scans van de hersenen is de invloed van meditatie meetbaar. Het type meditatie is daarbij van belang en zorgt voor verschillende fysieke ontwikkelingen van de hersenstructuur  >>
[read more=”Lees verder..” less=”minder”]

 

 

Meditatie kan je hersenen veranderen

 

Uit nieuw onderzoek blijkt dat meditatie je concentratie kan versterken, stress kan reduceren en fysieke veranderingen in de hersenen teweeg kan brengen. En verschillende vormen van meditatie hebben een verschillend effect. Wetenschap in beeld, door Michael Friislund.

 

Meditatie wordt in het oosten al duizenden jaren op allerlei manieren beoefend en sloeg in de jaren 1960 over naar het westen. Sindsdien onderzoeken wetenschappers wat meditatie eigenlijk doet met je geest, hersenen en lichaam. Nu blijkt uit onderzoek dat onlangs is uitgevoerd dat regelmatig mediteren je concentratie kan versterken, je stressniveau kan verlagen en de fysieke structuur van je hersenen kan veranderen.

 

MRI-scan laat fysieke veranderingen zien

De wetenschappers onderzochten 600 mensen die in drie groepen werden ingedeeld. Elke groep beoefende een andere vorm van meditatie – 30 minuten per dag, zes dagen per week, drie maanden lang. De MRI-scans toonden aan dat de hersenen van structuur veranderden, en dat die verandering verband houdt met het type meditatie dat de deelnemers beoefenden.

 

De eerste groep deed de tegenwoordig populaire mindfulness-meditatie. Hierbij zagen de onderzoekers een vergroting van het aantal neuronen in de prefrontale cortex (het voorste deel van de frontaalkwab), die onder meer de executieve functies aanstuurt die je gebruikt als je problemen probeert te doorgronden en op te lossen.

 

Meditatie verlaagt stressniveau

De twee andere groepen combineerden de ademhalingsmeditatie met verschillende oefeningen die je meer gevoel voor eigenwaarde geven. Hierbij namen de onderzoekers veranderingen waar in het limbisch systeem, het deel van de hersenen dat de emoties regelt. Uit bloedmonsters bleek bovendien dat het niveau van het stresshormoon cortisol 51 procent gedaald was.

 


Bron: Wetenschap in beeld

 

 

[/read]

Waarom we ziek worden van drukte

Ons brein evolueert continue doordat onze omgeving verandert. De afgelopen jaren is onze omgeving versnelt ontwikkeld, maar onze hersenen groeien niet mee in deze versnelling. Dat heeft gevolgen, vooral voor millennials >>
[read more=”Lees verder..” less=”minder”]

 

 

Waarom we ziek worden van drukte 

 

Tieners en twintigers belanden vaker dan dertigers en veertigers op de bank van de psycholoog. Opgebrand, in paniek, angstig, in de war of depressief. Zijn millennials zwak? Of is er iets anders aan de hand? Metro ging op zoek naar het hoe, wat en waarom achter de druktedepressie.

 

Als versteend zat Nienke Thurlings het eerste uur van haar werkdag achter haar bureau. Verlamd door haar eigen incompetentie, althans, zo voelde ze dat. Geen idee waar te beginnen, de adrenaline over de bergen werk gierend door haar lijf. ‘Dan maar geen lunchpauze’, dacht ze nadat ze zichzelf gedwongen had eindelijk haar mailbox te openen, en werkte door. Vaker wel dan niet veertien uur aan een stuk. In het weekend ging ze feesten, liep ze festivals af en had ze de ene na de andere koffiedate. Op haar tijdlijn was Nienkes leven één grote aaneenschakeling van hoogtepunten. Work hard, play hard. In werkelijkheid lag ze nachtenlang wakker van de paniek, had ze continu een koortslip en liep ze soms wel drie keer in de maand een ernstige griep op. „Mijn lijf gaf het op”, zegt ze kernachtig. „De huisarts gaf me uiteindelijk de diagnose: burn-out.” Nienke was toen 24 jaar.

 

Opgebrand terwijl je nog maar net begonnen bent aan je volwassen leven. Dat klinkt als een tegenstelling, maar voor 100.000 Nederlanders onder de 35 jaar is het de spijkerharde realiteit, becijferde het CBS. Het percentage jongeren dat kampt met stressgerelateerde klachten was nog nooit zo hoog.

 

Metro wilde weten hoe groot dat probleem werkelijk is. Daarom ging vorige week een enquête live, die door maar liefst 1816 jongeren tussen 18 en 34 jaar werd ingevuld. Dit zijn de bevindingen (houd je vast): 63 procent heeft een psycholoog bezocht, ruim 38 procent zit nu nog in therapie, voornamelijk vanwege werkdruk, de druk van het sociale leven of de combinatie daarvan. Redenen als ‘de behoefte eeuwig perfect te zijn op alle fronten’, ‘onzeker’, ‘de druk op het werk/stage is veel te hoog, want voor mij tien anderen’ en ‘te veel keuzes op jonge leeftijd’ worden vaak genoemd. 64 procent zegt minstens een paar vrienden te hebben die ook psychologische hulp hebben ingeschakeld. 24 procent is dagelijks bang een burn-out te krijgen, 14 procent is overspannen.

 

Ook Omroep Human/3FM en MIND, een initiatief van het Landelijke Platform Psychische Gezondheid, Fonds Psychische Gezondheid en Korrelatie, liet in april 2017 onderzoeken hoeveel jongeren stressklachten ervaren, door 624 jongeren tussen 18 en 24 jaar te bevragen naar psychische klachten. 43 procent antwoordde ja op de vraag of ze psychische klachten als slecht slapen, piekeren, angstige of sombere gevoelens en problemen met eten hadden. Van die 43 procent bekende maar liefst 80 procent die klachten al langer dan twee maanden te hebben.

 

Generationeel gejank

Dat zijn geen misselijke cijfers. Wat is er toch aan de hand? Vraag het de oudere generaties, en die zullen neerbuigend zeggen: ze kunnen niks hebben. Te beschermd opgevoed. Gepamperd. Termen als applausgeneratie en millennial-sneeuwvlokjes vallen. Afijn: journalist Thomas Hogeling heeft inmiddels een aardige Tumblr vol generationeel gejank verzameld.

 

Het erge is: sommige millennials geloven dat. Zo houdt 41 procent van de ondervraagde jongeren uit het eerder aangehaalde MIND-onderzoek zijn of haar klachten stil uit angst voor een aansteller aangezien te worden. Maar liefst 30 procent vindt zichzelf ook écht een aansteller.

 

Nienke, inmiddels 31 jaar, moet daar een beetje van zuchten. „Ja, ik dacht heel lang ook zo, hoor. Kom op, zei ik dan tegen mezelf, je bent verdorie 24. Gewoon even doorbijten, dóór, dóór, dóór.” En kijk waar die houding haar gebracht heeft: „Omdat ik zo lang met klachten door ben blijven lopen, was uiteindelijk mijn hormoonhuishouding naar de klote, had ik nul concentratie en nul conditie meer en faalde mijn immuunsysteem. De eerste twee maanden kon ik nog geen boterham met pindakaas smeren, mijn moeder deed dat voor me. Ik wist gewoon echt niet meer hoe dat moest. Het heeft weken geduurd voor ik me weer een paar uur achter elkaar fijn voelde. Maanden voor dat fijne gevoel weken aanhield. Het kostte me jaren om die burn-out op te lopen, en het duurde net zolang om weer gezond te worden.”

 

Vier jaar geleden richtte Thurlings de site Jong Burnout op, die 80.000 unieke bezoekers per maand trekt. Inderdaad: 80 procent van al die eerder genoemde CBS-jongeren die officieel burn-out zijn. „Geloof je het zelf”, stelt ze de retorische vraag, „dat ik bijna alle jongeren met een burn-out bereik? Het probleem is véél groter dan de officiële cijfers suggereren.” De verklaring is volgens haar ontstellend simpel. Sinds 2012 is de behandeling van burn-out uit de zorgverzekering gehaald. De meeste verzekeringen vergoeden wel psychologische zorg, maar niet als het om burn-out gaat. „Met als gevolg dat psychologen andere stoornissen diagnosticeren en binnenskamers een burn-out behandelen.”

 

Millennial therapie

Eén van de psychologen die probeert te voorkomen dat het zover komt, is Ariane Faas. Haar praktijk biedt als enige in Nederland sinds een jaar Millennial Therapie aan. „Omdat we een doelgroep jongeren zagen die veel te lijden had en toch geen baat bleek te hebben bij reguliere behandelingen”, verwoordt Faas de reden voor het opzetten van dit traject. “Ze zijn niet echt depressief, maar wel op weg. En niet echt angstig, maar wel zodanig dat ze last ervan hebben. Niet echt overspannen, maar wel ertegenaan. Je kunt ze dus niet behandelen voor de stoornis, want die hebben ze nog niet.”

 

De crux van Millennial Therapie vat ze kernachtig samen: „We frustreren de boel.” Want, zo legt ze uit, de gemiddelde jongere zit met een scherp gedefinieerd ideaalbeeld in zijn hoofd. „Of dat beeld wel realistisch of haalbaar is, kunnen ze soms slecht inschatten. Daarbij zijn sommige gedachten over de wereld en hun plaats daarin, gevoed door hun schermgebruik, gewoon niet houdbaar.” Dat klinkt alsof Faas en co hun millennialklanten met beide benen op de grond zetten. „Ja, dat klopt wel. Tijdens de intake waarschuwen we ze ook, want onvermijdelijk willen ze ermee stoppen na één sessie, omdat ze denken dat we ze niet begrijpen. In feite leren we ze om te gaan met frustraties, negatieve gedachten en conflicten. Daar ligt de werkelijke worsteling voor deze generatie.”

 

Als het eenmaal ‘klikt’ in de hoofden van die jongeren, dan klikt het ook razendsnel. „Meestal is het na een paar sessies weer klaar. Ze zijn heel snel in staat om heel veel informatie te verwerken”, zegt Faas. „Deze generatie is heel idealistisch en heeft grote ideeën. Als het ze lukt om met hun frustraties om te gaan, zijn ze tot veel moois in staat.”

 

Maakbaar geluk

„Had zo’n therapie tien jaar geleden maar bestaan”, reageert Jasmine Groenendijk (31). „Dat had veel ellende kunnen voorkomen.” Ogenschijnlijk had Jasmine alles voor elkaar. Een druk leven als freelance journalist, een mooie interviewrubriek in een landelijk weekblad en een boekendeal voor een roman bij een gerenommeerde uitgeverij. Om het af te toppen ging ze in 2015 drie maanden naar Bali om daar als digital nomad te leven. „Daar is het helemaal misgegaan”, zegt ze. „Ik durfde de straat niet eens op, zat de hele dag in paniek en angstig in mijn hotelkamer. Uiteindelijk is een vriendin naar Bali komen vliegen met antidepressiva en had ik Skype-sessies met mijn therapeut. Terug in Nederland ben ik in bed gaan liggen en daar ben ik een paar maanden niet meer uitgekomen.”

 

Dat ze in een depressie afgleed, had Groenendijk wel door. „Alle seinen stonden daarvoor op groen. Ik was overwerkt, deed klussen die ik niet zo leuk vond en mijn relatie was uit, dus ik stond op straat. Op weg naar een interview klokte ik bijvoorbeeld een biertje naar binnen met Oxazepam, om maar verdoofd genoeg te zijn om de opkomende paniek te onderdrukken.”

 

Sinds haar laatste depressie kiest ze rigoureus voor rust. Ze blogt er openhartig over op Daily Dipster, maar verder matigt ze bewust haar (social) mediagebruik. „Het idee dat geluk maakbaar is, is heel hardnekkig. Uit ervaring weet ik dat dat niet klopt, en toch tuin zelfs ik er telkens in. Festivals en mensenmassa’s, dat doe ik bijvoorbeeld niet meer. Niet toegeven aan de gedachte dat het aan mij ligt, is een continue strijd.”

 

Pioniers

Daar roert Groenendijk een belangrijk verschil met oudere generaties aan: nooit eerder brachten jongeren zoveel tijd op social media door. Sterker nog, buiten millennials is geen enkele generatie ooit opgegroeid in een virtuele én een werkelijke wereld. Een wereld die bovendien razendsnel verandert en waarin vrijwel niets bij het oude blijft. Nienke Thurlings van Jong Burnout heeft daar ook zo haar gedachten over: „Oudere generaties zeggen, waar maak je je druk over, je hebt alles wat je kunt willen. Maar er is geen referentiekader meer. Hoe het vroeger ging, is niet meer relevant, want de wereld is veranderd. Je kunt de toekomst niet vormgeven door naar het verleden te kijken. En hoe de toekomst eruitziet, gaan deze jongeren uitvinden. Ze zijn pioniers.”

 

Hoogleraar psychiatrie Witte Hoogendijk onderschrijft dat. „Alle grote vraagstukken van deze tijd gaan hoe dan ook door onze jongeren opgelost worden. Klimaatverandering, robotisering, nucleaire dreiging, genetische manipulatie, dna-synthese: om maar wat te noemen. Die oplossingen komen er, daar maak ik me niet zo’n zorgen over. Over millennials, mijn kinderen en kleinkinderen dus, wel.” In Van Big Bang tot Burn-out, dat Hoogendijk met journalist Wilma de Rek schreef, onderbouwt hij een interessante theorie: onze hersenen kunnen de stress van de huidige informatiemaatschappij niet meer bijbenen. „Ons stressresponssysteem is ten dele vergelijkbaar met een verstandskies: een nutteloze tand, die kan ontsteken, waardoor je er nog last van krijgt ook.” Met andere woorden: ons stressresponssysteem bevat nog altijd ‘oude’ onderdelen, die stammen uit een tijd dat er nog niet eens leven op aarde was. Zo reageerden eencelligen al op hittestress door ‘heatshock proteïnen’ te produceren. „Tot op de dag van vandaag maken mensen bij psychologische stress hetzelfde type proteïnen aan. Zo bekeken is ons stressresponssysteem een opeenstapeling van verouderde bouwblokken. Daar moeten we het maar mee doen. Best zielig.”

 

Voortdurend alarm

Hoogendijk legt uit dat in het verloop van de tijd achtereenvolgens vissen, insecten, reptielen, zoogdieren en primaten miljoenen jaren de tijd hadden zich aan te passen. Evolutionair gezien komt de mens nog maar heel kort geleden het plaatje in wandelen, en daarbij heeft homo sapiens aardig wat aan zijn leefomgeving geknutseld: van agrarische tot industriële tot online revolutie. Die versnelling gaat veel rapper dan de evolutie. „Een half miljard jaar geleden ontstond bij vissen het belangrijkste deel van ons stressresponssysteem, waardoor deze kon vluchten of vechten. Zo moesten vissen een manier ontwikkelen om met gevaar en kansen om te gaan en bijvoorbeeld het immuunsysteem te activeren voor het geval hij gewond raakte en een infectie zou ontstaan. Tot op de dag van vandaag maken mensen bij psychologische stress diezelfde immuunstofjes aan. Je ervaart stress en voelt je lichamelijk ook niet helemaal top, alsof je een virusinfectie hebt opgelopen.”

 

In onze tijd slaat ons stresssysteem voortdurend alarm. Dat heeft in veel gevallen nut. Denk bijvoorbeeld aan een auto die te snel op je af komt, waardoor je je razendsnel uit de voeten maakt. Maar het slaat ook aan bij vijftig WhatsAppberichten in een uur tijd, of als je je mailbox opent en ziet dat er twintig mails op antwoord wachten. „Voor dat type psychologische en sociale stress is het systeem nooit ontworpen. Je kunt er immers niet van vluchten of tegen vechten.”

 

Maximaal gemakkelijk

Om daar exclusief social media de schuld van te geven, gaat te ver, vindt Hoogendijk. „Social media zijn in dit verhaal een daily hassle, die je kunt vergelijken met luidruchtige buren”, zegt hij. „Het is nooit de reden dat mensen hulp zoeken of ziek worden.”

 

Daarbij zijn de huidige apps halffabrikaten: nog niet zover dat ze het ons maximaal gemakkelijk maken. Millennials zijn daar het haasje van. „Een kwart van mijn mail is spam en dus irritant”, legt Hoogendijk uit. „Maar het is een kwestie van tijd voor er filters zijn, zoals LinkedIn, die me ervan verlossen. Facebook is superhandig, maar het was nooit de bedoeling dat je er twee, drie uur per dag aan kwijt was. Op den duur komen er filters die dat voorkomen, door alleen relevante posts voor te schotelen. Millennials zijn de eersten die zich door al die halffabrikaten heen moeten worstelen, en er oplossingen voor moeten verzinnen.”

 

Maar, zo gelooft de psychiater: hierna wordt het beter. Véél beter. „Dat kan haast niet anders”, lacht hij. „We bevinden ons in een tussenfase, een scharnierpunt in dit door de mens gedomineerde tijdperk. Als deze generatie erin slaagt al die grote vraagstukken op te lossen in ons voordeel, gaan we misschien wel weer terug naar onze natuurlijke staat, en doen we alleen wat als het hoognodig is. Hoe fijn zou dat zijn?”

 

Bron: Metro, Margot Smolenaars
Datum: 31 AUG 2017

 

[/read]

Onderprikkeling versus Overprikkeling

Ongeveer 20% van de wereldbevolking is hoogsensitief; ze zijn creatiever, voelen situaties beter aan, en nemen de zorg voor anderen sneller op zich dan voor zichzelf. Hun zintuigen zijn verfijnder ontwikkeld, waardoor ze een verhoogt risico lopen op burnout door overspanning en overprikkeling. Maar onderprikkeling heeft vrijwel dezelfde gevolgen >>
[read more=”Lees verder..” less=”minder”]

 

 

Overprikkeling versus onderprikkeling

Door Saskia Klaaysen van HSPtraining.nl

 

Iedereen die maar iets over hooggevoeligheid heeft gelezen kent de gevolgen van overprikkeling: vermoeidheid, leeg gezogen zijn, niets meer kunnen hebben en fysieke symptomen zoals bijvoorbeeld hoofdpijn en spanningsklachten. Dit kan komen door een heftige dag vol gebeurtenissen, veel zintuiglijke prikkels, maar ook door veel te veel nadenken en emoties of chronische stress.

 

Chronische overprikkeling/stress kan leiden tot burn-out, angststoornissen of chronisch vermoeidheidssyndroom. Iemand die hier fantastisch over heeft geschreven is Annek Tol in haar nieuwe boek Hoogsensitivititeit professioneel gezien. Ze beschrijft hier de door haar ontwikkelde Cirkel van Overprikkeling, waar ze fases herkent in de mate van overprikkeling, de bijbehorende fysieke en mentaal-emotionele problemen en de herstelbehoefte.

 

Maar er is een hele andere kant van hooggevoeligheid, die maar weinig mensen kennen: onderprikkeling. Een klacht die de sensationseekers (prikkelzoekers), de extraverte HSP-ers (30% van de HSP-ers) en de hoogintelligente HSP-ers zeker zullen herkennen.  Er is door, voor en over deze groep mensen (HSS: High Sensation Seeker) in hooggevoeligheidsland minder geschreven dan over de rustzoekers of introverte HSP-ers. Dus ik voel me geroepen om hier verandering in te brengen.

 

Wat is onderprikkeling?

Onderprikkeling ontstaat door te weinig prikkels: sleur, te veel routine, te weinig uitdaging en vernieuwing. Geen nieuwe voeding, geen nieuwe energie. Ook kan het zijn dat je te weinig bewust bent van de prikkels om je heen, omdat het brein ze als ‘saai’ heeft bestempeld en ze als het ware ‘wegfiltert’.  Ben je extravert? Dan heb je een snellere informatie-opname en daardoor raak je ook sneller verveeld als er geen nieuwe informatie volgt waar je over kan nadenken. Denk maar eens aan een vergadering waar alles in den treure wordt besproken en herhaald zonder dat er actie ondernomen wordt. Hierdoor wordt je sympathisch zenuwstelsel onvoldoende gestimuleerd. Dat is het deel van je brein dat ervoor zorgt dat je adrenaline wordt aangemaakt en dat je actief wordt. Het gevolg is dat je aandacht verslapt, je wordt hangerig, dromerig, sloom tot moe, lamlendig, je geluksgevoel neemt af en je wordt down en chagrijnig. Als dit chronisch wordt, dan dreigt een bore-out.

 

Andere aanpak van symptomen is nodig

Het vervelende is, dat de symptomen lijken op overprikkeling, uiteindelijk geeft het lichaam bij onderprikkeling ook een stressreactie af. Een hooggevoelig persoon en zijn of haar therapeuten of coaches denken gelijk dat er dan meer rust nodig is…. FOUT! Dat is het ergste wat je kan doen, want daarmee versterk je de symptomen. Je raakt in een negatieve spiraal en dit veroorzaakt veel onnodige stress. Ik heb diverse mensen bij mij in de praktijk gezien met de diagnose Burn-out, soms al jarenlang in de ziektewet zaten of in de WAO. Allemaal druk bezig met rust nemen, structuur en regelmaat. Want ze waren toch hooggevoelig? Maar inmiddels kampten ze met flinke depressieve dagen. Als je iets meer kennis hebt over hooggevoeligheid, ervaringsdeskundige bent en bewust bent dat er een grote groep extraverte, prikkelzoekende hooggevoelige personen bestaan, weet je dat het tegenovergestelde waar is. Ze hebben een bore-out. Er is dan totaal iets anders nodig: activering en belemmeringen die dat in de weg zitten, opruimen. Dit betekent het tij keren, keuzes maken, bewustwording van wat je echt wilt, wat is echt leuk om te doen, variatie in het leven aanbrengen, nieuwe dingen gaan doen, hobby’s oppakken, mensen zien, een ander vak in gaan of een opleiding starten.

 

Sommige therapeuten prediken dat je dan weer te veel afhankelijk bent van de externe omgeving, dat je te weinig voeding haalt uit jezelf. Hier ben ik het pertinent mee oneens. Door nieuwe dingen te doen die werkelijk bij jou passen, je wezenlijke zelf, geef je jezelf voeding om te reflecteren, nieuwe inzicht gevende zaken te ontdekken, de diepgang in het leven te vinden of je te verdiepen in een onderwerp dat je erg interesseert. Hierdoor ga je intenser genieten van het leven. Dit zijn innerlijke processen die heel belangrijk zijn voor een hooggevoelig persoon en bij de extraverte hooggevoelige personen gaat dit nu eenmaal in interactie met de omgeving en andere mensen. Een valkuil zou wel kunnen zijn dat je te gauw meegaat in de voorstellen en ideeën van andere mensen: “leuk, leuk, leuk”,  en zonder na te denken stort je jezelf er volledig in of te voelen of het echt iets is, wat bij jou past en jou van de juiste voeding voorziet. Dan ben je wel in de valkuil van externe oriëntatie gevallen.

 

Voeding voor je wezenlijke zelf

Ik zie onderprikkeling als een duidelijk signaal van je lichaam, er is een roep om voeding. Het signaleert dat je wezenlijke zelf niet voldoende tot zijn recht komt. Een cruciaal inzicht voor een juiste aanpak van JOUW hooggevoeligheid! Op het moment dat je de onderprikkeling de baas bent, komt direct de grootste uitdaging om de hoek kijken: bij al deze nieuwe prikkels wel de balans houden, want overprikkeling dreigt :-). Voor prikkelzoekers en extraverte hooggevoelige personen is balans tussen over- en onderprikkeling het grote toverwoord.

 

Wil je vaker lezen over hooggevoeligheid? Schrijf je dan in voor de blogs van Saskia Klaaysen via blogs & tips

 

Wil je meer weten over onderprikkeling of overprikkeling? 

Volg dan module 2 van de online training Balans in onder- & overprikkeling. Stap 2 van de complete online training ” In 7 stappen Omgaan met JOUW hooggevoeligheid”.

 

Bron: www.hsptraining.nl
Artikel: Saskia Klaaysen van Anahata Personal Coaching

 

[/read]

Natuurlijkere woonomgeving, minder onbalans

Onderzoek van het Trimbos-Instituut toont aan dat een natuurlijke woonomgeving voor aanzienlijk minder onbalans zorgt, zoals angststoornissen en depressies. Steeds meer wordt in de GGZ zowel preventief als therapeutisch de natuur ingezet >>
[read more=”Lees verder..” less=”minder”]

 

 

Natuurlijkere woonomgeving, minder onbalans

 

In woonomgevingen met meer natuurlijke elementen zoals groen of water hebben bewoners minder vaak last van onbalans zoals angststoornissen dan in woonomgevingen die weinig natuurlijke elementen bevatten. Ook rapporteren zij een betere algehele gezondheid.

 

Dit blijkt uit onderzoek van Wageningen Environmental Research (Alterra) en het Trimbos-instituut naar de relatie tussen de kwaliteit van de woonomgeving en de gezondheid van de bewoners.

 

In het onderzoek werd gebruik gemaakt van gegevens van NEMESIS-2 (Netherlands Mental Health Survey and Incidence Study-2), een grootschalig bevolkingsonderzoek uitgevoerd door het Trimbos-instituut naar de psychische gezondheid van volwassenen. Voor dit onderzoek is uitgegaan van een representatieve steekproef van ruim 6600 personen die mondeling zijn geïnterviewd. Op grond van hun woonadres en het bestand Landelijk Grondgebruik Nederland (LGN) van Alterra is bepaald hoeveel groen en water binnen 1 kilometer van de woning voorkomt. Groen is daarbij breed opgevat: niet alleen park, maar ook bos, natuur en agrarisch gebied.

 

Het vóórkomen van angst- en stemmingsstoornissen

Of iemand lijdt aan een angst- of een stemmingsstoornis is bepaald via het Composite International Diagnostic Interview (CIDI). Angststoornissen komen minder vaak voor bij meer groen en/of water in de woonomgeving. Stemmingsstoornissen, waaronder depressie, komen alleen minder voor bij meer water. De hoeveelheid water in de woonomgeving hangt sterker samen met psychische aandoeningen dan de hoeveelheid groen. Zo is bij 15 procent water binnen 1 km de kans op het hebben van een angststoornis 25 procent kleiner dan bij 5 procent water binnen 1 km.

 

Ook voor de zelfgerapporteerde algehele gezondheid geldt dat de samenhang met water sterker is dan die met groen. Deze resultaten worden niet verklaard door de stedelijkheid (woningdichtheid) van de buurt of de sociaal-economische status van respondenten. De gevonden verbanden betekenen niet noodzakelijkerwijs dat er sprake is van een oorzaak-gevolg relatie, maar andere studies bevestigen veel van de bevindingen.

 

Implicatie

In de praktijk zal het veelal niet mogelijk zijn om op korte termijn bestaande woonomgevingen van aanzienlijk meer natuur te voorzien. Wellicht kan de al aanwezige natuur hier en daar nog wel meer toegankelijk worden gemaakt. Verder valt het te overwegen om in de geestelijke gezondheidszorg meer bewust gebruik te maken van die bestaande natuur, zowel preventief als therapeutisch.

 

Lees hier het onderzoek dat is gepubliceerd in het British Journal of Psychiatry Open. (Pdf)

 

Vries, S. de, Have, M. ten, Dorsselaer, S. van, Wezep, M. van, Hermans, T. & Graaf, R. de. (2016). Local availability of green and blue space and prevalence of common mental disorders in the Netherlands, BJPsych Open, 2, 1–7. doi: 10.1192/bjpo.bp.115.002469

 

Bron:      Trimbos.nl
Artikel:   
GGZ-Nieuws

 

[/read]

Leer over balans in jouw leven   >