Nieuws over hersenletsel - Bolans
629
page-template,page-template-full_width,page-template-full_width-php,page,page-id-629,page-child,parent-pageid-377,ajax_fade,page_not_loaded,,qode_grid_1300,footer_responsive_adv,hide_top_bar_on_mobile_header,qode-content-sidebar-responsive,qode-theme-ver-14.5,qode-theme-bridge,disabled_footer_bottom,wpb-js-composer js-comp-ver-4.3.5,vc_responsive
 

Nieuws over hersenletsel

BOLANS selecteert regelmatig nieuws dat een goed beeld geeft van het verloop en de gevolgen van hersenletsel en de onderzoeken die naar hersenletsel zijn gedaan.

 

Bekijk hieronder de diverse artikelen en nieuwsitems.

 

Ontvang 6x per jaar specifiek nieuws over hersenletsel dat door BOLANS is geselecteerd per mail. Vul hier je emailadres in>>

Herkennen en erkennen van NAH: een onderbelicht probleem

De sluimerende aard van licht hersenletsel maakt het herkennen en erkennen van NAH vaak moeilijk voor de eerste- en tweedelijnszorg. Als een kind uit een boom valt en een hersenschudding oploopt – en daar snel van herstelt – worden verminderde schoolprestaties of lichte gedragsveranderingen vaak niet herleid naar de hoofdpijn van een paar maanden eerder. Bij relatief licht hersenletsel komen de klachten vaak pas na verloop van tijd aan de oppervlakte. Dan wordt de relatie met de oorzaak niet altijd gelegd. Iets wat veel voorkomt bij diverse vormen van NAH. Lees hier hoe de gevolgen van NAH beter herkend kunnen worden >>
[read more=”Lees verder..” less=”minder”]

 


Herkennen en erkennen van NAH een onderbelicht probleem

 

Een gebrek aan concentratie, vermoeidheid en overgevoeligheid voor externe prikkels; het zijn cognitieve klachten waar iedereen zo nu en dan mee te maken krijgt. Voor veel patiënten met niet aangeboren hersenletsel (NAH) zijn ze echter aan de orde van de dag, in een vaak beduidend heftigere vorm. En omdat cognitieve klachten meestal onzichtbaar zijn voor de buitenwereld, is het herkennen én erkennen van NAH een onderbelicht probleem.

 

Honderdduizenden patiënten

“We moeten in Nederland beter in staat zijn om hersenletsel te begrijpen en te herkennen.”

 

Sterker nog, soms wordt het hersenletsel niet eens door de persoon zelf als zodanig herkend. Marjan Hurkmans, senior adviseur bij kenniscentrum langdurige zorg Vilans, vertelt over een 63-jarige vrouw met problemen in het dagelijks leven waarvan de oorzaak jarenlang onduidelijk was. “Plotseling herinnerde zij zich dat ze op achtjarige leeftijd een hersenkneuzing opliep en herkende zij zich in de ervaringen van lotgenoten. Voor klachten waarvan de oorsprong tientallen jaren onbekend was, bestond opeens een duidelijke verklaring.” Ook Lumien van der Meer, senior medewerker bij de Hersenstichting, herkent deze sluimerende aard van met name licht hersenletsel; de meest voorkomende soort. “Bij zwaar trauma zijn de gevolgen meestal groot en zichtbaar, zoals verlamming of spasmen. Bij relatief licht hersenletsel komen de klachten vaak pas na verloop van tijd aan de oppervlakte. Dan wordt de relatie met de oorzaak niet altijd gelegd.”

 

Bovendien trekt niet iedereen aan de bel na het oplopen van een hoofdtrauma, zoals een hersenschudding. Als later onzichtbare gevolgen de kop opsteken, is het ontbreken van informatie over het trauma voor de eerste- en tweedelijnszorg een complicerende factor. “Als een kind uit een boom valt en een hersenschudding oploopt – en daar snel van herstelt – worden verminderde schoolprestaties of lichte gedragsveranderingen vaak niet herleid naar de hoofdpijn van een paar maanden eerder”, legt Van der Meer uit. Dit heeft tot gevolg dat patiënten met licht hersenletsel na verloop van tijd te maken kunnen krijgen met een gebrek aan begrip en erkenning. En dat terwijl de gevolgen van het letsel soms helemaal niet ‘licht’ te noemen zijn. Deze mensen belanden in de gezondheidszorg vaak tussen wal en het schip. Van der Meer: “We moeten in Nederland beter in staat zijn om hersenletsel te begrijpen en te herkennen. Dit is hard nodig, want naar schatting ervaren maar liefst 650.000 mensen beperkingen als gevolg van NAH.”

 

Huisarts als poortwachter

Hurkmans en Van der Meer vermoeden dat een deel van de oplossing ligt in het breder beschikbaar maken van kennis en ervaringen, om zo het herkennen en erkennen van mensen met een hersenaandoening beter mogelijk te maken. Alleen op die manier krijgen patiënten de juiste zorg op de juiste plek. Van der Meer en Hurkmans denken dat wijkteams en huisartsen dit soort situaties kunnen helpen voorkomen. Van der Meer vertelt dat een universiteit onlangs een tool heeft ontwikkeld om de huisartsen te helpen de gevolgen van hersenletsel beter te herkennen. Bij licht letsel kunnen sommigen de klachten namelijk nog onvoldoende identificeren. En dit leidt tot verkeerde doorverwijzingen en inadequate ondersteuning in de thuissituatie.

 

De zorg in de acute fase – de periode direct na het oplopen van het hersenletsel – is in Nederland doorgaans wél goed geregeld, stellen Van der Meer en Hurkmans. Zij vinden echter dat mensen die niet (meer) onder controle staan van specialisten, informatie moeten krijgen buiten het ziekenhuis en het revalidatiecentrum om. Naast de eerstelijnszorg kunnen ook minder voor de hand liggende schakels in de zorgketen bij deze voorlichting een rol van betekenis spelen, denkt Van der Meer.

 

“Gemeentemedewerkers van Wmo-loketten, waar patiënten aankloppen voor ondersteuning, kunnen met de juiste kennis een signalerende functie vervullen. Voor UWV-personeel, bedrijfsartsen en wijkverpleging geldt hetzelfde.” Ze stelt dat specialisten lering moeten trekken uit de jaren negentig, waarin implementatie van verzamelde kennis en aanbevelingen grotendeels achterwege bleef. Hurkmans denkt dat de samenwerking anno 2018 beter op orde is en implementatie daardoor een grotere kans van slagen heeft. Zo constateert zij dat ‘cliëntparticipatie’ een grote toegevoegde waarde heeft voor de legitimiteit en relevantie van onderzoek en voorlichting. “Door samen te werken met mensen met hersenletsel, kunnen we beter vaststellen wat voor hen belangrijk is. Binnen het programma Gewoon Bijzonder ligt de nadruk van de participatie nu nog op de patiënten zelf, maar ook familieleden zullen in de toekomst steeds meer betrokken worden.”

 

Zwaar hersenletsel

In een ander voorbeeld van de verbeterde samenwerking noemt Hurkmans het landelijk expertisenetwerk EENnacoma. Het netwerk is opgericht voor patiënten met zwaar hersenletsel, die doorgaans met een ander zorgpad te maken krijgen dan mensen met de lichtere variant. In de coalitie werken een onderzoeksgroep van het Radboudumc, Vilans en zorginstellingen voor patiënten met ernstig NAH nauw samen. Het netwerk streeft naar intensieve behandeling en begeleiding in alle fasen, voor patiënten van alle leeftijden.

 

Die behandeling, de zogeheten vroege intensieve neurorevalidatie (VIN), wordt momenteel nog niet aan patiënten van alle leeftijden gegeven. Van der Meer legt uit: “Van de patiënten die na een coma langdurige bewustzijnsstoornissen hebben, komt iemand onder de 25 jaar in aanmerking voor vergoeding van VIN. Boven deze leeftijd komt dit recht te vervallen. Voor de intensieve behandeling is dan geen geld.” Zorgverzekeraars financieren alleen bewezen effectieve methoden en het nut van behandelen van mensen boven de 25 jaar is in dergelijke situaties nog niet voldoende aangetoond. De wens bestaat om ook voor deze patiëntengroep het effect van behandelen wetenschappelijk te onderbouwen, maar daarvoor is het noodzakelijk om deze groep in kaart te brengen.

 

Om dit te realiseren wil een aantal medici en onderzoekers een patiëntenregister opzetten voor personen boven de 25 jaar met langdurige bewustzijnsstoornissen. Cijfers en wetenschappelijk onderzoek kunnen vervolgens als basis dienen voor financiering van intensieve revalidatie en ondersteuning. Van der Meer vertelt dat ze blij is dat er onlangs in de Tweede Kamer kamervragen zijn gesteld over de zorg voor mensen met NAH: “Het is belangrijk dat NAH eindelijk op de politieke agenda komt en dat politici bekend zijn met de knelpunten in de zorg voor mensen met NAH. Zo kan de begeleiding voor deze groep nog beter en effectiever worden vormgegeven.”

 

BRON:      Volkskrant
Datum:     9 oktober 2018

 

 

[/read]

Tips bij gedragsveranderingen bij NAH

De Hersenstichting heeft een allesomvattende brochure opgesteld met daarin tips en informatie over gedragsveranderingen voor familie en naasten bij een hersenaandoening. Bekijk hier de brochure. 

Multitasken en stress veroorzakers afsterven hersencellen 

Volgens Margriet Sitskoorn (Hoogleraar Klinische Neuropsychologie) leidt overbelasting door multitasken en stress tot destructieve gevolgen voor onze hersenen. Door continue snel te schakelen sterven hersencellen af. Bekijk hier haar visie in de uitzending Kruispunt (KRO) >>
[read more=”Lees verder..” less=”minder”]

 


Kruispunt uitzending ‘We werken ons kapot’ over stress en burn-out

 

23 januari 2018 – Buschauffeurs hebben geen tijd om te plassen, verpleegkundigen moeten extra diensten draaien en leraren bezwijken onder de administratieve rompslomp. We werken ons massaal kapot en de prijs die we betalen is hoog. Stress en burn-outklachten liggen op de loer. Waarom werken we zo hard als het niet gezond meer is? En is het tij te keren? Kruispunt gaat op zoek naar oplossingen voor de werkdruk.

 

Volgens neuropsycholoog Margriet Sitskoorn leiden al het multi-tasken en de stress tot angstaanjagende gevolgen voor ons brein. Door het snelle schakelen en overbelasten sterven hersencellen af. Sitskoorn, zelf een drukbezette wetenschapper, weet haar eigen werkdruk in toom te houden met strikte leefregels.

 

Hoofdredacteur Jildou van der Bijl van de populaire glossy LINDA zag onder ogen dat de werkcultuur op haar redactie een mijnenveld was geworden voor het krijgen van een burn-out. Toen de een na de andere werknemer omviel, besloot ze een jaar lang pas op de plaats te maken en haar werknemers geen nieuwe projecten op te leggen.

 

Bekijk hier de uitzending “We werken ons kapot”  terug.

 

Bron:      kro.ncrv.nl
Artikel:    GGZnieuws.nl

 

[/read]

Hersenletsel al bij milde vormen van migraine mogelijk

Migraine kan leiden tot blijvende hersenschade, ontdekten Leidse onderzoekers onlangs. Hoe frequenter de aanvallen, hoe groter de kans op schade. “De helft van de migrainepatiënten die wij vonden, was er nog nooit voor naar de dokter geweest,  meestal omdat ze dachten dat er toch niets aan te doen was. Als je bij een groep zware migrainepatiënten gaat kijken, vind je waarschijnlijk veel meer schade.” De schade bij milde vormen van migraine gaat vaak samen een verminderd functioneren van de hersenen, waardoor het denken trager gaat en er meer fouten gemaakt worden. Lees hier het hele artikel over dit onderzoek >>
[read more=”Lees verder..” less=”minder”]

 

 

Hersenletsel al bij milde vormen van migraine mogelijk

 

Leidse onderzoekers hebben ontdekt dat migraine kan leiden tot blijvende hersenschade, vooral bij frequente aanvallen. De behandeling zou zich dus niet alleen op pijnbestrijding moeten richten, maar ook op het voorkomen van aanvallen en daarmee het optreden van schade aan het brein.

 

Migraine kan leiden tot blijvende hersenschade, ontdekten Leidse onderzoekers een tijdje geleden. Hoe frequenter de aanvallen, hoe groter de kans op schade. Veel media in binnen- en buitenland besteedden daar aandacht aan, talloze bezorgde patiënten bestookten hun arts vervolgens met vragen. Wat is er nu precies gevonden, en wat moet je als patiënt aan met dit nieuws?

 

Jaarlijks krijgt twaalf procent van de Nederlanders een of meer aanvallen van migraine. Ze hebben dan zware hoofdpijn, misselijkheid, overgevoeligheid voor licht en geluid en soms auraverschijnselen: neurologische symptomen als het zien van lichtflitsen en een tintelend gevoel in handen of voeten. Lopen al die mensen daardoor hersenschade op? “Nee, dat is niet wat ons onderzoek laat zien”, reageert Mark Kruit. Hij deed het meeste ‘handwerk’ voor een onderzoek waarvan de resultaten ruim twee weken geleden werden gepubliceerd in het Journal of the American Medical Association (JAMA).

 

Kruit en zijn collega’s zagen op hersenscans van migrainepatiënten vaker schade in de hersenen dan bij controlepersonen: “We vonden bij 24 van de 295 onderzochte patiënten één of meer infarctjes – dat zijn gebiedjes in de hersenen die zijn afgestorven door zuurstofgebrek. In de controlegroep was dat bij zeven van de 140 mensen het geval.” Bijna 92 procent van de migrainepatiënten had dus geen zichtbare infarcten, tegen 95 procent in de controlegroep.

 

Bij 24 van de 295 migrainepatiënten vonden de onderzoekers infarctjes: door zuurstofgebrek afgestorven hersengebiedjes. Dat wijkt niet veel af van de mensen zonder migraine. In de kleine hersenen komen infarctjes bij migrainepatiënten echter zeven keer zo vaak voor. Conclusie: migraine leidt wel degelijk tot hersenschade.

 

Kleine hersenen

Als de onderzoekers het bij die constatering hadden gelaten, zouden ze hebben geconcludeerd dat er geen bewijs is voor de stelling dat migraine blijvende hersenschade veroorzaakt. Het verschil tussen de groepen was statistisch namelijk niet significant. Ze keken echter verder. Een vergelijking van het aantal infarcten in de kleine hersenen, evolutionair gezien het oudste gedeelte van het brein, leverde wél significante verschillen op.

 

Migrainepatiënten hadden daar zevenmaal vaker dode plekjes in het hersenweefsel dan gezonde controlepersonen; degenen die vaker dan een keer per maand een aanval met auraverschijnselen hadden zelfs bijna zestienmaal. Waarbij je dus wel moet bedenken dat van die groep nog steeds de overgrote meerderheid geen enkel infarct had. Infarcten in de kleine hersenen komen bij gezonde personen bijna nooit voor – slechts één van de controlepersonen had er één.

 

Kruit en zijn collega prof. dr. Mark van Buchem keken ook naar een ander soort hersenschade: littekenvorming in de witte stof in de grote hersenen. Dit type schade is minder zeldzaam, zegt neuroradioloog Van Buchem. “De kenmerkende vlekjes zie je op hersenscans meer naarmate iemand ouder is en zijn bloedvaten er slechter aan toe zijn. Bij mannelijke migrainepatiënten zagen we niet extra veel van zulke vlekjes, maar bij vrouwen met migraine wel. Bij hen was de kans op veel witte-stofschade verdubbeld, waarbij het risico steeg met de frequentie van de aanvallen: hoe meer aanvallen patiënten hadden gehad, hoe meer afwijkingen we zagen op de scans.”

 

Is hiermee nu bewezen dat migraine hersenschade veroorzaakt? Niet helemaal, menen de onderzoekers, maar het is wel erg waarschijnlijk geworden. Met name omdat een hogere aanvalsfrequentie samenhing met een grotere kans op schade. Via welk mechanisme die schade ontstaat, is nog niet duidelijk. Prof. dr. Michel Ferrari, die als neuroloog gespecialiseerd is in migraine, noemt een aantal mogelijkheden: “Het zou kunnen komen doordat de bloedvoorziening tijdens een aanval hapert in bepaalde gebieden. Het feit dat infarcten vaak gevonden werden op plaatsen waar de doorbloeding toch al niet zo best is, pleit daarvoor.

 

Een andere mogelijkheid is een verstoring in de bloedstolling, waardoor bloedpropjes vaatjes afsluiten. En een derde mogelijkheid die momenteel veel aandacht krijgt is dat cortical spreading depression, het onderliggende elektrofysiologische fenomeen voor de auraverschijnselen, de schade veroorzaakt via het vrijkomen van stoffen die de hersenen kunnen beschadigen. Daarnaast zijn er nog enkele minder waarschijnlijke oorzaken te bedenken.”

 

Reden tot zorg

Hoewel op de hersenscans van de meeste migrainepatiënten dus niets bijzonders te zien was, is er wel reden tot zorg, vinden Kruit, Van Buchem en Ferrari. “Dit was een onderzoek onder doorsnee migrainepatiënten uit Doetinchem en Maastricht, niet onder bij migrainespecialisten bekende patiënten met ernstige klachten”, legt Kruit uit. “De helft van de migrainepatiënten die wij vonden, was er nog nooit voor naar de dokter geweest, meestal omdat ze dachten dat er toch niets aan te doen was. Als je bij een groep zware migrainepatiënten gaat kijken, vind je waarschijnlijk veel meer schade.”

 

Ferrari: “Dat is bijvoorbeeld aangetoond bij mensen met familiaire hemiplegische migraine, een ernstige, erfelijke vorm van de ziekte.” De techniek om beelden te maken die scherp genoeg zijn, bestaat echter nog niet zo lang, voegt van Buchem toe. “Vandaar dat er nog niet veel van dit soort studies gedaan zijn. En zeker niet zulke breed opgezette onderzoeken als het onze. Daarvoor was de medewerking van de ziekenhuizen in Doetinchem en Maastricht en van het RIVM trouwens onmisbaar.”

 

Het onderzoek dat nu heeft uitgewezen dat migraine schade kan veroorzaken in de kleine hersenen, is gedaan onder patiënten bij wie de klachten nog niet zeer ernstig zijn. De onderzoekers vrezen dat de hersenschade bij mensen met zware en frequente aanvallen wel eens groter zou kunnen uitpakken.

 

Trager denken

Schade op een MRI-scan mag dan verontrustend zijn, maar hebben de mensen waar het om gaat daar nu eigenlijk last van? Blijkbaar wisten ze zelf niet dat er iets mis was. “Nee, dat klopt, dat wisten ze niet”, antwoordt Kruit. “Maar dat wil nog niet zeggen dat er niets aan de hand is. Uit andere onderzoeken, niet bij migrainepatiënten, weten we dat infarcten en beschadigingen in de witte stof vaak samengaan met een verminderd functioneren van de hersenen, waardoor het denken trager gaat en er meer fouten gemaakt worden.

 

We hebben iedereen in dit onderzoek een test van twintig minuten laten doen naar het functioneren van het denken, maar de resultaten daarvan zijn nog niet geanalyseerd. Daar kan ik dus nog niets over zeggen.” De kleine hersenen, waarin de meeste infarcten werden gevonden, controleren de coördinatie en zorgen zo dat bewegingen vloeiend kunnen worden uitgevoerd. “Of die coördinatie verminderd is bij mensen met veel schade zal uit vervolgonderzoek moeten blijken.”

 

De ontdekking van blijvende schade betekent dat migraine meer is dan een vervelend, maar voorbijgaand verschijnsel. Ferrari: “Die vaststelling zou kunnen leiden tot een verschuiving in het doel van de behandeling. De therapie zal niet alleen gericht moeten zijn op pijnbestrijding, maar ook op het voorkomen van schade. Om dat mogelijk te maken zijn nieuwe medicijnen nodig, met name om aanvallen te voorkomen of in de kiem te smoren. Er zijn nu wel enkele middelen die dat bij sommige patiënten kunnen, maar die werken vaak vrij slecht en hebben veel bijwerkingen. We hopen dat het onderzoek naar betere medicijnen nu een impuls krijgt.”

 

Middelen om een aanval te stoppen of voorkomen werken vaak vrij slecht en hebben veel bijwerkingen. Hopelijk krijgt in de toekomst het vermijden van hersenschade prioriteit boven pijnbestrijding en komen er betere anti-migraine medicijnen.

 

Veel ongerustheid

Wat moet je als migrainepatiënt nu met al deze informatie? Je vooral niet te veel zorgen maken, zeggen de onderzoekers. Ferrari: “Eerst moeten we beter begrijpen wat er aan de aan hand is en wat precies de oorzaken voor de gevonden afwijkingen zijn. We begrijpen wel dat veel mensen ongerust zijn – en dat hebben we gemerkt ook, het regende hier telefoontjes en e-mails, en van collega’s uit het buitenland hoor ik hetzelfde. Maar er is geen reden om een hersenscan te laten maken.

 

Wel zou ik patiënten die meer dan één aanval per maand hebben en die onvoldoende reageren op aanvalsmedicatie, willen adviseren contact op te nemen met hun behandelend arts. Zij kunnen dan bespreken of zij niet betere aanvalsmedicatie kunnen krijgen en ook migraineprofylactica zouden moeten gaan gebruiken, dus middelen die een aanval moeten voorkomen.”

 

Dat de ruime media-aandacht veel patiënten aan het denken zette, merkte ook neuroloog Paul Bouma in Ziekenhuis Hilversum. Hij kreeg veel vragen: “Mijn mailbox zat er vanmorgen vol mee. Sommige patiënten zijn erg geschrokken. Ik leg ze dan uit dat de discussie over migraine en infarcten al heel lang aan de gang is en dat dit de eerste keer is dat er iets gevonden wordt, bij een klein deel van de patiënten. Vervelend? Nee, ik vind het goed dat dit zo breed in de publiciteit is gekomen. Migraine wordt nog veel te vaak gezien als iets lastigs maar vrij onschuldigs, terwijl het een serieuze neurologische aandoening is. Daar mag best meer aandacht voor komen.”

 

BRON: NEMO Kennislink

 

[/read]

Hersenen krimpen bij chronische stress

Bij diverse mensen met een zware burnout zijn de gevolgen van de shutdown in de hersenen op scans te zien. Grote delen van de hersenen zijn inactief en krimpen zelfs wanneer een burnout langdurig aanhoudt. In dit artikel wordt beschreven hoe het komt dat de hersenen krimpen en welke gevolgen dat heeft >>
[read more=”Lees verder..” less=”minder”]

 

 

“Hoe stress je brein letterlijk doet krimpen”


Stress veroorzaakt niet alleen angst- en stemmingsstoornissen, het verkleint je brein ook.

 

Chronische stress vergroot niet alleen het risico op lichamelijke ziektes en mentale aandoeningen als depressie, het zou ook letterlijk je brein verkleinen. Dat blijkt uit studies aan de Universiteit van Berkeley (Californië) en Yale. Gelukkig zijn er ook manieren om het verlies aan hersenmassa tegen te gaan.

 

Steeds meer mensen vallen ten prooi aan stress. Volgens Geestelijk Gezond Vlaanderen zouden maar liefst een op de tien bezoeken aan de huisarts met stress te maken hebben, zou 30 procent van alle psychische klachten stressgerelateerd zijn en zou stress 64 procent van alle werknemers raken.

 

“Bij stress treden er een aantal fysiologische processen in werking die ons lichaam moeten voorbereiden om te vechten of vluchten”. (Thomas Janssens, postdoctoraal onderzoeker KUL).

 

Stress is in feite niet meer dan een biologische reactie op een potentieel gevaarlijke situatie. “Vanaf het moment we een gebeurtenis als bedreigend inschatten, gaat ons zenuwstelsel het lichaam automatisch voorbereiden op ‘vechten of vluchten’”, zegt Thomas Janssens, postdoctoraal onderzoeker aan de KU Leuven. “In een eerste fase zullen onze bijnieren adrenaline aanmaken: spieren spannen zich aan, onze hartslag versnelt en de bloeddruk stijgt.

 

“Als de situatie oncontroleerbaar en bedreigend blijft, zal na enkele minuten ook een tweede systeem in werking treden: onze bijnierschors zal cortisol gaan aanmaken. Dat stresshormoon zorgt er onder meer voor dat we emotionele ervaringen beter onthouden.” Onder invloed van die fysiologische processen, verandert langdurige stress ook de structuur van onze hersenen.

 

Te veel witte hersenstof

Hoe dat proces neurologisch precies in zijn werk gaat, brachten Daniela Kaufer, professor in de Biologie aan de Universiteit van Berkeley, en haar collega’s in kaart. “In de hersenen kunnen we grosso modo twee soorten cellen onderscheiden”, zegt Kaufer. Enerzijds is er de grijze hersenstof: de cellen en neuronen die informatie verwerken en opslaan. Anderzijds is er een witte hersenstof. “Dat zijn de zenuwcellen en vezels die zorgen voor de vlotte overdracht van elektronische signalen tussen de hersencellen.”

 

“Een teveel aan witte hersenstof versnelt de overgang van prikkels tussen bepaalde delen van de hersenen”. (Daniela Kaufer, professor in de biologie)

 

Uit het onderzoek van Kaufer blijkt dat chronische stress de ontwikkeling van witte hersenstof stimuleert, terwijl het de productie van grijze hersenstof afremt. Daardoor ontstaat er in bepaalde delen van de hersenen – met name in de hippocampus – het gebied dat onze emoties en ons geheugen reguleert – een overvloed aan de witte signaalstof. “Die overvloed verstoort er de communicatie en de timing van informatieoverdracht tussen hersencellen.”

 

Verlies aan hersenmassa

“Wanneer de massa in de prefrontale cortex afneemt, zullen mensen hun angstresponsen op stresssituaties minder goed onder controle kunnen houden”. (Thomas Janssens, postdoctoraal onderzoeker KU Leuven).

 

Uit een onderzoek aan de universiteit van Yale blijkt dan weer dat chronische stress leidt tot een verlies aan synaptische functies. Synapsen zijn de plaatsen waar de overdracht van elektronische signalen tussen verschillende hersencellen normaalgezien plaatsvindt. Dat zou op zijn beurt dan weer leiden tot een verlies aan grijze massa in de prefrontale cortex, het gebied dat cognitieve en emotionele functies als het nemen van beslissingen, plannen, sociaal gedrag en impulsbeheersing regelt.

 

“Omdat de prefrontale cortex onze cognitieve functies reguleert, heeft die normaalgezien een dempend effect op die delen in de hersenen die onze emotionele responsen aansturen. Ook op het deel dat in geval van stress moet inschatten of een situatie al dan niet bedreigend is” zegt Thomas Janssens. Wanneer de massa in de prefrontale cortex afneemt, zal dus ook de angstrespons bij stress minder goed onder controle kunnen worden gehouden.

 

Verhoogde angstrespons

“De hersenen van mensen die lange tijd onder grote stress hebben gestaan, zullen na verloop van tijd een overgevoeligheid voor stressors ontwikkelen”. (Thomas Janssens, postdoctoraal onderzoeker KU Leuven).

 

De combinatie van het verlies aan grijze massa en een teveel aan witte hersenstof, kan zeer schadelijk zijn voor ons verstandelijk en emotioneel systeem en kan zelfs angst- en stemmingsstoornissen in de hand werken. “Je kan je voorstellen dat wanneer de verbinding tussen je emotieregulerend systeem en het geheugen aanzienlijk verbetert, je angstresponsen ook veel sneller en heviger zullen zijn”, zegt Kaufer. “Dat is bijvoorbeeld wat we zien gebeuren bij mensen met een posttraumatische stressstoornis.”

 

“In feite komt het allemaal neer op een soort van sensitisatie”, zegt Janssens. “De hersenen van mensen die lange tijd onder grote stress hebben gestaan, zullen na verloop van tijd een overgevoeligheid voor stressors ontwikkelen. Daardoor lokken ook kleine prikkels, enorm hevige stress- en angstreacties uit.”

 

Omdat chronische stress ook de grijze massa in de prefrontale cortex blijkt te verkleinen, kan het bovendien een negatieve invloed hebben ons geheugen en op de manier waarop we dingen aanleren.

 

Overgevoeligheid tegengaan

Mindfulness kan de grijze massa en activiteit in de hippocampus opnieuw doen toenemen.

 

Gelukkig blijken er ook manieren om de overgevoeligheid van de hersenen voor stressprikels opnieuw tegen te gaan. Een onderzoek aan de universiteit van Harvard toonde aan dat met name mindfulness een erg effectieve methode zou zijn om het verlies aan hersenfuncties door stress te bestrijden. Deelnemers die gedurende acht weken 27 minuten per dag aan mindfulness deden, vertoonden een toename van de grijze materie in de hippocampus en een afname van neuronen in het deel dat het meest actief is tijdens angst en stress. Ook activiteiten als wandelen of sporten zouden de activiteit in de hippocampus verhogen en er de hersenmassa stimuleren.

 

Bron: demorgen.be

 

[/read]

Meditatie verandert structuur van hersenen positief

Op MRI-scans van de hersenen is de invloed van meditatie meetbaar. Het type meditatie is daarbij van belang en zorgt voor verschillende fysieke ontwikkelingen van de hersenstructuur  >>
[read more=”Lees verder..” less=”minder”]

 

 

Meditatie kan je hersenen veranderen

 

Uit nieuw onderzoek blijkt dat meditatie je concentratie kan versterken, stress kan reduceren en fysieke veranderingen in de hersenen teweeg kan brengen. En verschillende vormen van meditatie hebben een verschillend effect. Wetenschap in beeld, door Michael Friislund.

 

Meditatie wordt in het oosten al duizenden jaren op allerlei manieren beoefend en sloeg in de jaren 1960 over naar het westen. Sindsdien onderzoeken wetenschappers wat meditatie eigenlijk doet met je geest, hersenen en lichaam. Nu blijkt uit onderzoek dat onlangs is uitgevoerd dat regelmatig mediteren je concentratie kan versterken, je stressniveau kan verlagen en de fysieke structuur van je hersenen kan veranderen.

 

MRI-scan laat fysieke veranderingen zien

De wetenschappers onderzochten 600 mensen die in drie groepen werden ingedeeld. Elke groep beoefende een andere vorm van meditatie – 30 minuten per dag, zes dagen per week, drie maanden lang. De MRI-scans toonden aan dat de hersenen van structuur veranderden, en dat die verandering verband houdt met het type meditatie dat de deelnemers beoefenden.

 

De eerste groep deed de tegenwoordig populaire mindfulness-meditatie. Hierbij zagen de onderzoekers een vergroting van het aantal neuronen in de prefrontale cortex (het voorste deel van de frontaalkwab), die onder meer de executieve functies aanstuurt die je gebruikt als je problemen probeert te doorgronden en op te lossen.

 

Meditatie verlaagt stressniveau

De twee andere groepen combineerden de ademhalingsmeditatie met verschillende oefeningen die je meer gevoel voor eigenwaarde geven. Hierbij namen de onderzoekers veranderingen waar in het limbisch systeem, het deel van de hersenen dat de emoties regelt. Uit bloedmonsters bleek bovendien dat het niveau van het stresshormoon cortisol 51 procent gedaald was.

 

Bron: Wetenschap in beeld

 

[/read]

Leer over balans in jouw leven   >