Nieuws over burn out - Bolans
615
page-template,page-template-full_width,page-template-full_width-php,page,page-id-615,page-child,parent-pageid-108,ajax_fade,page_not_loaded,,qode_grid_1300,footer_responsive_adv,hide_top_bar_on_mobile_header,qode-content-sidebar-responsive,qode-theme-ver-14.5,qode-theme-bridge,disabled_footer_bottom,wpb-js-composer js-comp-ver-4.3.5,vc_responsive
 

Nieuws over burn out

BOLANS selecteert regelmatig artikelen die een goed beeld geven van het verloop en de gevolgen van burn out en de onderzoeken die daar naar zijn gedaan.

Wil je 6x per jaar specifiek nieuws over burn out ontvangen dat door BOLANS is geselecteerd? Vul dan hier je emailadres in.

Hersenen krimpen bij chronische stress

Bij diverse mensen met een zware burn out zijn de gevolgen van de shutdown in de hersenen op scans te zien. Grote delen van de hersenen zijn inactief en krimpen zelfs wanneer een burn out langdurig aanhoudt. In dit artikel wordt beschreven hoe het komt dat de hersenen krimpen en welke gevolgen dat heeft >>
[read more=”Lees verder..” less=”minder”]

 

 

“Hoe stress je brein letterlijk doet krimpen”

Stress veroorzaakt niet alleen angst- en stemmingsstoornissen, het verkleint je brein ook.

 

Chronische stress vergroot niet alleen het risico op lichamelijke ziektes en mentale aandoeningen als depressie, het zou ook letterlijk je brein verkleinen. Dat blijkt uit studies aan de Universiteit van Berkeley (Californië) en Yale. Gelukkig zijn er ook manieren om het verlies aan hersenmassa tegen te gaan.

 

Steeds meer mensen vallen ten prooi aan stress. Volgens Geestelijk Gezond Vlaanderen zouden maar liefst een op de tien bezoeken aan de huisarts met stress te maken hebben, zou 30 procent van alle psychische klachten stressgerelateerd zijn en zou stress 64 procent van alle werknemers raken.

 

“Bij stress treden er een aantal fysiologische processen in werking die ons lichaam moeten voorbereiden om te vechten of vluchten”. (Thomas Janssens, postdoctoraal onderzoeker KUL).

 

Stress is in feite niet meer dan een biologische reactie op een potentieel gevaarlijke situatie. “Vanaf het moment we een gebeurtenis als bedreigend inschatten, gaat ons zenuwstelsel het lichaam automatisch voorbereiden op ‘vechten of vluchten’”, zegt Thomas Janssens, postdoctoraal onderzoeker aan de KU Leuven. “In een eerste fase zullen onze bijnieren adrenaline aanmaken: spieren spannen zich aan, onze hartslag versnelt en de bloeddruk stijgt.

 

“Als de situatie oncontroleerbaar en bedreigend blijft, zal na enkele minuten ook een tweede systeem in werking treden: onze bijnierschors zal cortisol gaan aanmaken. Dat stresshormoon zorgt er onder meer voor dat we emotionele ervaringen beter onthouden.” Onder invloed van die fysiologische processen, verandert langdurige stress ook de structuur van onze hersenen.

 

Te veel witte hersenstof

Hoe dat proces neurologisch precies in zijn werk gaat, brachten Daniela Kaufer, professor in de Biologie aan de Universiteit van Berkeley, en haar collega’s in kaart. “In de hersenen kunnen we grosso modo twee soorten cellen onderscheiden”, zegt Kaufer. Enerzijds is er de grijze hersenstof: de cellen en neuronen die informatie verwerken en opslaan. Anderzijds is er een witte hersenstof. “Dat zijn de zenuwcellen en vezels die zorgen voor de vlotte overdracht van elektronische signalen tussen de hersencellen.”

 

“Een teveel aan witte hersenstof versnelt de overgang van prikkels tussen bepaalde delen van de hersenen”. (Daniela Kaufer, professor in de biologie)

 

Uit het onderzoek van Kaufer blijkt dat chronische stress de ontwikkeling van witte hersenstof stimuleert, terwijl het de productie van grijze hersenstof afremt. Daardoor ontstaat er in bepaalde delen van de hersenen – met name in de hippocampus – het gebied dat onze emoties en ons geheugen reguleert – een overvloed aan de witte signaalstof. “Die overvloed verstoort er de communicatie en de timing van informatieoverdracht tussen hersencellen.”

 

Verlies aan hersenmassa

“Wanneer de massa in de prefrontale cortex afneemt, zullen mensen hun angstresponsen op stresssituaties minder goed onder controle kunnen houden”. (Thomas Janssens, postdoctoraal onderzoeker KU Leuven).

 

Uit een onderzoek aan de universiteit van Yale blijkt dan weer dat chronische stress leidt tot een verlies aan synaptische functies. Synapsen zijn de plaatsen waar de overdracht van elektronische signalen tussen verschillende hersencellen normaalgezien plaatsvindt. Dat zou op zijn beurt dan weer leiden tot een verlies aan grijze massa in de prefrontale cortex, het gebied dat cognitieve en emotionele functies als het nemen van beslissingen, plannen, sociaal gedrag en impulsbeheersing regelt.

 

“Omdat de prefrontale cortex onze cognitieve functies reguleert, heeft die normaalgezien een dempend effect op die delen in de hersenen die onze emotionele responsen aansturen. Ook op het deel dat in geval van stress moet inschatten of een situatie al dan niet bedreigend is” zegt Thomas Janssens. Wanneer de massa in de prefrontale cortex afneemt, zal dus ook de angstrespons bij stress minder goed onder controle kunnen worden gehouden.

 

Verhoogde angstrespons

“De hersenen van mensen die lange tijd onder grote stress hebben gestaan, zullen na verloop van tijd een overgevoeligheid voor stressors ontwikkelen”. (Thomas Janssens, postdoctoraal onderzoeker KU Leuven).

 

De combinatie van het verlies aan grijze massa en een teveel aan witte hersenstof, kan zeer schadelijk zijn voor ons verstandelijk en emotioneel systeem en kan zelfs angst- en stemmingsstoornissen in de hand werken. “Je kan je voorstellen dat wanneer de verbinding tussen je emotieregulerend systeem en het geheugen aanzienlijk verbetert, je angstresponsen ook veel sneller en heviger zullen zijn”, zegt Kaufer. “Dat is bijvoorbeeld wat we zien gebeuren bij mensen met een posttraumatische stressstoornis.”

 

“In feite komt het allemaal neer op een soort van sensitisatie”, zegt Janssens. “De hersenen van mensen die lange tijd onder grote stress hebben gestaan, zullen na verloop van tijd een overgevoeligheid voor stressors ontwikkelen. Daardoor lokken ook kleine prikkels, enorm hevige stress- en angstreacties uit.”

Omdat chronische stress ook de grijze massa in de prefrontale cortex blijkt te verkleinen, kan het bovendien een negatieve invloed hebben ons geheugen en op de manier waarop we dingen aanleren.

 

Overgevoeligheid tegengaan

Mindfulness kan de grijze massa en activiteit in de hippocampus opnieuw doen toenemen.

 

Gelukkig blijken er ook manieren om de overgevoeligheid van de hersenen voor stressprikels opnieuw tegen te gaan. Een onderzoek aan de universiteit van Harvard toonde aan dat met name mindfulness een erg effectieve methode zou zijn om het verlies aan hersenfuncties door stress te bestrijden. Deelnemers die gedurende acht weken 27 minuten per dag aan mindfulness deden, vertoonden een toename van de grijze materie in de hippocampus en een afname van neuronen in het deel dat het meest actief is tijdens angst en stress.

 

Ook activiteiten als wandelen of sporten zouden de activiteit in de hippocampus verhogen en er de hersenmassa stimuleren.

 

Bron: demorgen.be

 

 

[/read]

Multitasken en stress veroorzakers afsterven hersencellen 

Volgens Margriet Sitskoorn (Hoogleraar Klinische Neuropsychologie) leidt overbelasting door multitasken en stress tot destructieve gevolgen voor onze hersenen. Door continue snel te schakelen sterven hersencellen af. Bekijk hier haar visie in de uitzending Kruispunt (KRO) >>
[read more=”Lees verder..” less=”minder”]


Kruispunt uitzending ‘We werken ons kapot’ over stress en burn-out

 

23 januari 2018 – Buschauffeurs hebben geen tijd om te plassen, verpleegkundigen moeten extra diensten draaien en leraren bezwijken onder de administratieve rompslomp. We werken ons massaal kapot en de prijs die we betalen is hoog. Stress en burn-outklachten liggen op de loer. Waarom werken we zo hard als het niet gezond meer is? En is het tij te keren? Kruispunt gaat op zoek naar oplossingen voor de werkdruk.

 

Volgens neuropsycholoog Margriet Sitskoorn leiden al het multi-tasken en de stress tot angstaanjagende gevolgen voor ons brein. Door het snelle schakelen en overbelasten sterven hersencellen af. Sitskoorn, zelf een drukbezette wetenschapper, weet haar eigen werkdruk in toom te houden met strikte leefregels.

 

Hoofdredacteur Jildou van der Bijl van de populaire glossy LINDA zag onder ogen dat de werkcultuur op haar redactie een mijnenveld was geworden voor het krijgen van een burn-out. Toen de een na de andere werknemer omviel, besloot ze een jaar lang pas op de plaats te maken en haar werknemers geen nieuwe projecten op te leggen.

 

Bekijk hier de uitzending “We werken ons kapot”  terug.

 

Artikel:       kro.ncrv.nl
Bron:         GGZnieuws.nl

 

[/read]

Burnout en stressklachten treft 75% van de jongeren

De druk van het sociale leven, de werkdruk of de combinatie daarvan zijn de belangrijkste reden voor de psychische klachten bij 75% van jongeren tussen de 18 en 35 jaar. Door 63% van deze Millennials wordt momenteel de psycholoog bezocht en merken ziek te worden van drukte en het opgroeien in de virtuele wereld >>
[read more=”Lees verder..” less=”minder”]

 

 

Waarom we ziek worden van drukte

 

Tieners en twintigers belanden vaker dan dertigers en veertigers op de bank van de psycholoog. Opgebrand, in paniek, angstig, in de war of depressief. Zijn millennials zwak? Of is er iets anders aan de hand? Metro ging op zoek naar het hoe, wat en waarom achter de druktedepressie.

 

Als versteend zat Nienke Thurlings het eerste uur van haar werkdag achter haar bureau. Verlamd door haar eigen incompetentie, althans, zo voelde ze dat. Geen idee waar te beginnen, de adrenaline over de bergen werk gierend door haar lijf. ‘Dan maar geen lunchpauze’, dacht ze nadat ze zichzelf gedwongen had eindelijk haar mailbox te openen, en werkte door. Vaker wel dan niet veertien uur aan een stuk. In het weekend ging ze feesten, liep ze festivals af en had ze de ene na de andere koffiedate. Op haar tijdlijn was Nienkes leven één grote aaneenschakeling van hoogtepunten. Work hard, play hard. In werkelijkheid lag ze nachtenlang wakker van de paniek, had ze continu een koortslip en liep ze soms wel drie keer in de maand een ernstige griep op. „Mijn lijf gaf het op”, zegt ze kernachtig. „De huisarts gaf me uiteindelijk de diagnose: burn-out.” Nienke was toen 24 jaar.

 

Opgebrand terwijl je nog maar net begonnen bent aan je volwassen leven. Dat klinkt als een tegenstelling, maar voor 100.000 Nederlanders onder de 35 jaar is het de spijkerharde realiteit, becijferde het CBS. Het percentage jongeren dat kampt met stressgerelateerde klachten was nog nooit zo hoog.

 

Metro wilde weten hoe groot dat probleem werkelijk is. Daarom ging vorige week een enquête live, die door maar liefst 1816 jongeren tussen 18 en 34 jaar werd ingevuld. Dit zijn de bevindingen (houd je vast): 63 procent heeft een psycholoog bezocht, ruim 38 procent zit nu nog in therapie, voornamelijk vanwege werkdruk, de druk van het sociale leven of de combinatie daarvan. Redenen als ‘de behoefte eeuwig perfect te zijn op alle fronten’, ‘onzeker’, ‘de druk op het werk/stage is veel te hoog, want voor mij tien anderen’ en ‘te veel keuzes op jonge leeftijd’ worden vaak genoemd. 64 procent zegt minstens een paar vrienden te hebben die ook psychologische hulp hebben ingeschakeld. 24 procent is dagelijks bang een burn-out te krijgen, 14 procent is overspannen.

 

Ook Omroep Human/3FM en MIND, een initiatief van het Landelijke Platform Psychische Gezondheid, Fonds Psychische Gezondheid en Korrelatie, liet in april 2017 onderzoeken hoeveel jongeren stressklachten ervaren, door 624 jongeren tussen 18 en 24 jaar te bevragen naar psychische klachten. 43 procent antwoordde ja op de vraag of ze psychische klachten als slecht slapen, piekeren, angstige of sombere gevoelens en problemen met eten hadden. Van die 43 procent bekende maar liefst 80 procent die klachten al langer dan twee maanden te hebben.


Generationeel gejank

Dat zijn geen misselijke cijfers. Wat is er toch aan de hand? Vraag het de oudere generaties, en die zullen neerbuigend zeggen: ze kunnen niks hebben. Te beschermd opgevoed. Gepamperd. Termen als applausgeneratie en millennial-sneeuwvlokjes vallen. Afijn: journalist Thomas Hogeling heeft inmiddels een aardige Tumblr vol generationeel gejank verzameld.

 

Het erge is: sommige millennials geloven dat. Zo houdt 41 procent van de ondervraagde jongeren uit het eerder aangehaalde MIND-onderzoek zijn of haar klachten stil uit angst voor een aansteller aangezien te worden. Maar liefst 30 procent vindt zichzelf ook écht een aansteller.

 

Nienke, inmiddels 31 jaar, moet daar een beetje van zuchten. „Ja, ik dacht heel lang ook zo, hoor. Kom op, zei ik dan tegen mezelf, je bent verdorie 24. Gewoon even doorbijten, dóór, dóór, dóór.” En kijk waar die houding haar gebracht heeft: „Omdat ik zo lang met klachten door ben blijven lopen, was uiteindelijk mijn hormoonhuishouding naar de klote, had ik nul concentratie en nul conditie meer en faalde mijn immuunsysteem. De eerste twee maanden kon ik nog geen boterham met pindakaas smeren, mijn moeder deed dat voor me. Ik wist gewoon echt niet meer hoe dat moest. Het heeft weken geduurd voor ik me weer een paar uur achter elkaar fijn voelde. Maanden voor dat fijne gevoel weken aanhield. Het kostte me jaren om die burn-out op te lopen, en het duurde net zolang om weer gezond te worden.”

 

Vier jaar geleden richtte Thurlings de site Jong Burnout op, die 80.000 unieke bezoekers per maand trekt. Inderdaad: 80 procent van al die eerder genoemde CBS-jongeren die officieel burn-out zijn. „Geloof je het zelf”, stelt ze de retorische vraag, „dat ik bijna alle jongeren met een burn-out bereik? Het probleem is véél groter dan de officiële cijfers suggereren.” De verklaring is volgens haar ontstellend simpel. Sinds 2012 is de behandeling van burn-out uit de zorgverzekering gehaald. De meeste verzekeringen vergoeden wel psychologische zorg, maar niet als het om burn-out gaat. „Met als gevolg dat psychologen andere stoornissen diagnosticeren en binnenskamers een burn-out behandelen.”

 

Millennial therapie

Eén van de psychologen die probeert te voorkomen dat het zover komt, is Ariane Faas. Haar praktijk biedt als enige in Nederland sinds een jaar Millennial Therapie aan. „Omdat we een doelgroep jongeren zagen die veel te lijden had en toch geen baat bleek te hebben bij reguliere behandelingen”, verwoordt Faas de reden voor het opzetten van dit traject. “Ze zijn niet echt depressief, maar wel op weg. En niet echt angstig, maar wel zodanig dat ze last ervan hebben. Niet echt overspannen, maar wel ertegenaan. Je kunt ze dus niet behandelen voor de stoornis, want die hebben ze nog niet.”

 

De crux van Millennial Therapie vat ze kernachtig samen: „We frustreren de boel.” Want, zo legt ze uit, de gemiddelde jongere zit met een scherp gedefinieerd ideaalbeeld in zijn hoofd. „Of dat beeld wel realistisch of haalbaar is, kunnen ze soms slecht inschatten. Daarbij zijn sommige gedachten over de wereld en hun plaats daarin, gevoed door hun schermgebruik, gewoon niet houdbaar.” Dat klinkt alsof Faas en co hun millennialklanten met beide benen op de grond zetten. „Ja, dat klopt wel. Tijdens de intake waarschuwen we ze ook, want onvermijdelijk willen ze ermee stoppen na één sessie, omdat ze denken dat we ze niet begrijpen. In feite leren we ze om te gaan met frustraties, negatieve gedachten en conflicten. Daar ligt de werkelijke worsteling voor deze generatie.”

 

Als het eenmaal ‘klikt’ in de hoofden van die jongeren, dan klikt het ook razendsnel. „Meestal is het na een paar sessies weer klaar. Ze zijn heel snel in staat om heel veel informatie te verwerken”, zegt Faas. „Deze generatie is heel idealistisch en heeft grote ideeën. Als het ze lukt om met hun frustraties om te gaan, zijn ze tot veel moois in staat.”

 

Maakbaar geluk

„Had zo’n therapie tien jaar geleden maar bestaan”, reageert Jasmine Groenendijk (31). „Dat had veel ellende kunnen voorkomen.” Ogenschijnlijk had Jasmine alles voor elkaar. Een druk leven als freelance journalist, een mooie interviewrubriek in een landelijk weekblad en een boekendeal voor een roman bij een gerenommeerde uitgeverij. Om het af te toppen ging ze in 2015 drie maanden naar Bali om daar als digital nomad te leven. „Daar is het helemaal misgegaan”, zegt ze. „Ik durfde de straat niet eens op, zat de hele dag in paniek en angstig in mijn hotelkamer. Uiteindelijk is een vriendin naar Bali komen vliegen met antidepressiva en had ik Skype-sessies met mijn therapeut. Terug in Nederland ben ik in bed gaan liggen en daar ben ik een paar maanden niet meer uitgekomen.”

 

Dat ze in een depressie afgleed, had Groenendijk wel door. „Alle seinen stonden daarvoor op groen. Ik was overwerkt, deed klussen die ik niet zo leuk vond en mijn relatie was uit, dus ik stond op straat. Op weg naar een interview klokte ik bijvoorbeeld een biertje naar binnen met Oxazepam, om maar verdoofd genoeg te zijn om de opkomende paniek te onderdrukken.”

 

Sinds haar laatste depressie kiest ze rigoureus voor rust. Ze blogt er openhartig over op Daily Dipster, maar verder matigt ze bewust haar (social) mediagebruik. „Het idee dat geluk maakbaar is, is heel hardnekkig. Uit ervaring weet ik dat dat niet klopt, en toch tuin zelfs ik er telkens in. Festivals en mensenmassa’s, dat doe ik bijvoorbeeld niet meer. Niet toegeven aan de gedachte dat het aan mij ligt, is een continue strijd.”

 

Pioniers

Daar roert Groenendijk een belangrijk verschil met oudere generaties aan: nooit eerder brachten jongeren zoveel tijd op social media door. Sterker nog, buiten millennials is geen enkele generatie ooit opgegroeid in een virtuele én een werkelijke wereld. Een wereld die bovendien razendsnel verandert en waarin vrijwel niets bij het oude blijft. Nienke Thurlings van Jong Burnout heeft daar ook zo haar gedachten over: „Oudere generaties zeggen, waar maak je je druk over, je hebt alles wat je kunt willen. Maar er is geen referentiekader meer. Hoe het vroeger ging, is niet meer relevant, want de wereld is veranderd. Je kunt de toekomst niet vormgeven door naar het verleden te kijken. En hoe de toekomst eruitziet, gaan deze jongeren uitvinden. Ze zijn pioniers.”

 

Hoogleraar psychiatrie Witte Hoogendijk onderschrijft dat. „Alle grote vraagstukken van deze tijd gaan hoe dan ook door onze jongeren opgelost worden. Klimaatverandering, robotisering, nucleaire dreiging, genetische manipulatie, dna-synthese: om maar wat te noemen. Die oplossingen komen er, daar maak ik me niet zo’n zorgen over. Over millennials, mijn kinderen en kleinkinderen dus, wel.” In Van Big Bang tot Burn-out, dat Hoogendijk met journalist Wilma de Rek schreef, onderbouwt hij een interessante theorie: onze hersenen kunnen de stress van de huidige informatiemaatschappij niet meer bijbenen. „Ons stressresponssysteem is ten dele vergelijkbaar met een verstandskies: een nutteloze tand, die kan ontsteken, waardoor je er nog last van krijgt ook.” Met andere woorden: ons stressresponssysteem bevat nog altijd ‘oude’ onderdelen, die stammen uit een tijd dat er nog niet eens leven op aarde was. Zo reageerden eencelligen al op hittestress door ‘heatshock proteïnen’ te produceren. „Tot op de dag van vandaag maken mensen bij psychologische stress hetzelfde type proteïnen aan. Zo bekeken is ons stressresponssysteem een opeenstapeling van verouderde bouwblokken. Daar moeten we het maar mee doen. Best zielig.”

 

Voortdurend alarm

Hoogendijk legt uit dat in het verloop van de tijd achtereenvolgens vissen, insecten, reptielen, zoogdieren en primaten miljoenen jaren de tijd hadden zich aan te passen. Evolutionair gezien komt de mens nog maar heel kort geleden het plaatje in wandelen, en daarbij heeft homo sapiens aardig wat aan zijn leefomgeving geknutseld: van agrarische tot industriële tot online revolutie. Die versnelling gaat veel rapper dan de evolutie. „Een half miljard jaar geleden ontstond bij vissen het belangrijkste deel van ons stressresponssysteem, waardoor deze kon vluchten of vechten. Zo moesten vissen een manier ontwikkelen om met gevaar en kansen om te gaan en bijvoorbeeld het immuunsysteem te activeren voor het geval hij gewond raakte en een infectie zou ontstaan. Tot op de dag van vandaag maken mensen bij psychologische stress diezelfde immuunstofjes aan. Je ervaart stress en voelt je lichamelijk ook niet helemaal top, alsof je een virusinfectie hebt opgelopen.”

 

In onze tijd slaat ons stresssysteem voortdurend alarm. Dat heeft in veel gevallen nut. Denk bijvoorbeeld aan een auto die te snel op je af komt, waardoor je je razendsnel uit de voeten maakt. Maar het slaat ook aan bij vijftig WhatsAppberichten in een uur tijd, of als je je mailbox opent en ziet dat er twintig mails op antwoord wachten. „Voor dat type psychologische en sociale stress is het systeem nooit ontworpen. Je kunt er immers niet van vluchten of tegen vechten.”

 

Bon: METRO, Margot Smolenaars

 

 

[/read]

Hoogsensitieven hebben verhoogde kans op burn out

Ze zijn creatief, verantwoordelijk, betrokken en nemen veel taken op zich die vaak in het belang van de hele groep zijn. Bijna 20% van onze bevolking is hoogsensitief en loopt alleen al daardoor een verhoogde kans op een burn out >>
[read more=”Lees verder..” less=”minder”]

 

 

Hoogsensitiviteit geeft meer kans op burn out

 

In de bedrijfswereld wordt hoogsensitiviteit nog vaak als zweverig weggezet, maar naar schatting is een op de vijf mensen hoogsensitief. Hoogsensitieven hebben een verhoogd risico om naar een burn out af te glijden, maar als ze goed in hun vel zitten, zijn ze heel creatief en verantwoordelijk, zo meldt knack.be.

 

Als er plotseling twee boeken  verschijnen over een onderwerp dat tien jaar geleden nauwelijks werd besproken, weet je dat het over een nieuw maatschappelijk probleem gaat. Tommy Browaeys getuigt in zijn boek Wake-up call over hoogsensitiviteit en burn-out. Klinisch psychologe Elke Van Hoof is de auteur van Hoogsensitief, dat ook dit jaar verscheen.

 

Iemand die hoogsensitief is, krijgt veel meer prikkels binnen. Als een normaal persoon vijf zintuiglijke prikkels ontvangt, komen er bij een hoogsensitieve persoon gemakkelijk twintig binnen. Dat komt doordat er iets fout loopt met het filter dat de prikkels uit de buitenwereld selecteert. “Je lichaam staat zo veel sneller onder spanning”, zegt Myriam Vandenbroeke, psychotherapeute bij de coachingpraktijk attendo3, die Tommy Browaeys begeleidde. “Als je stress hebt op het werk en daar nog stress bij komt door problemen in je relatie, of gewoon door de gezinsdruk wanneer je kinderen hebt, dan is dat de spreekwoordelijke druppel.”

 

Dat hoogsensitiviteit juist nu heel wat aandacht krijgt, is geen toeval. Vooral door de digitalisering krijgen we massa’s meer prikkels binnen dan tien of twintig jaar geleden. De voortdurende stroom van e-mails, sms’jes, statusupdates op sociale netwerken, nieuwe apps, samen met de grote hoeveelheid videofilmpjes en artikels die worden gedeeld, leiden ertoe dat ons emmertje prikkels veel sneller vol is dan vroeger.

 

De groep vooruithelpen

Hoogsensitieven krijgen niet alleen meer prikkels binnen, ze zijn ook sterk gericht op de buitenwereld. “Tijd en ruimte voor jezelf maken is ontzettend moeilijk”, legt Myriam Vandenbroeke uit. “Ze hebben extra voelsprieten om te voelen wat iemand nodig heeft.” Elke Van Hoof, hoogleraar medische en gezondheidspsychologie aan de VUB, beaamt dat. “Ze zijn te veel met anderen en te weinig met zichzelf bezig. Daardoor hebben ze niet zo’n goed inzicht in welke meerwaarde ze hun bedrijf kunnen bieden.”

 

Over die meerwaarde zijn experts het eens. “Ze hebben vaak een verhoogde creativiteit en vertonen prosociaal gedrag”, zegt professor Van Hoof. “Dat is gedrag van een werknemer dat ten goede komt aan het hele bedrijf, zonder dat hij daarvoor wordt verloond. Hoogsensitieven willen de hele groep vooruithelpen.”

 

Attendo3 ziet in zijn praktijk dat meer mensen met hoogsensitiviteit in de problemen komen. Maar dat uit zich niet altijd in een burn out. Ze gaan bijvoorbeeld sneller een conflict aan op het werk en ze merken dat ze een kort lontje hebben. Of ze hebben angst voor sociale contacten.

 

Elke burn out is een unieke samenloop van omstandigheden, waarbij je moeilijk kunt afbakenen in hoeverre de werknemer of de werkgever ervoor verantwoordelijk is. Voor iemand die in een echtscheiding zit, kan een klein probleem op het werk de druppel zijn die de emmer doet overlopen. “Het bedrijf moet bepalen hoever het daarin wil gaan”, zegt psychotherapeute Mien Gheysens van attendo3 en een dochter van Myriam Vandenbroeke. “Een bedrijf is geen liefdadigheidsinstelling. Bedrijven hebben er wel belang bij dat het goed gaat met hun werknemers.”

 

Elke Van Hoof is er geen voorstander van dat hoogsensitieve mensen hun werkgever vertellen dat ze hoogsensitief zijn. “Iemand die assertief is, doet dat ook niet”, zegt Van Hoof. “Ik vind dat echt een non-issue. Een werkgever heeft hoe dan ook de opdracht zijn menselijk kapitaal zo goed mogelijk in te zetten om de bedrijfsdoelen te halen.” Anders gezegd: als een bedrijf de sterke punten van een werknemer op de juiste manier inzet, is het niet meer van belang dat je weet of iemand hoogsensitief is of niet. Zo vermijd je tegelijk dat je werknemers te veel reduceert tot de labels die op hen kleven. Te weinig bedrijven zetten hun menselijk kapitaal goed in, volgens Van Hoof. “Er is te weinig aandacht voor de diversiteit bij werknemers.”

 

Cultuur van openheid

Wat bedrijven nog kunnen doen, is een cultuur van openheid installeren. “Zodat mensen veel sneller aankloppen bij hun collega’s en leidinggevenden, ” weet Mien Gheysens. “Bedrijven zoeken te veel naar een wondermiddel. Ze zoeken naar één voordracht die ineens alles moet veranderen, waardoor mensen in hun bedrijf geen kans hebben op burn out. Zo werkt het niet, het is een proces waar je elke dag aan werkt.”

 

Bedrijven kunnen openheid creëren, maar werknemers moeten er vooral zelf over waken dat ze zich niet in nesten werken. Tommy Browaeys beschrijft hoe hij nu een heel gereedschapskistje met allerlei technieken heeft om zelf het tempo van zijn leven en zijn werk te bepalen. Daarin zitten onder meer yoga, mindfulness, de vierdagenweek, sporten en schrijven. “Het moeilijkste is nog de tgv te doen stoppen”, zegt Myriam Vandenbroeke. “Vanwege het schuldgevoel. Het zijn vaak heel loyale medewerkers, die gedreven en nauwgezet zijn en respect hebben voor hun werkgever. Tot ze merken dat hun lichaam protesteert. Omdat hun lijf niet mee wil, springt de veer. Pas dan vragen ze zich af of ze niet te perfectionistisch en te streng zijn voor zichzelf, of kijken ze wat hun persoonlijke waarden en behoeften zijn. Omdat ze de blik zo naar buiten richten, is het bijzonder moeilijk stil te staan. Ze hebben fysieke en emotionele pijn. Dan is mindfulness, yoga, vertragen, tijd en ruimte nemen voor zichzelf het enige antwoord. Burn-out is een energieprobleem.”

 

In de bedrijfswereld vinden onderwerpen als mindfulness meer en meer ingang, maar zijn ze nog lang geen vanzelfsprekend gespreksonderwerp. Zeker bij het topmanagement wordt mindfulness snel afgedaan als zweverig. “Best wel grappig”, zegt Mien Gheysens. “Als je tegen managers zegt dat we tijdens de volgende sessie aan mindfulness zullen doen, komen ze niet meer terug. Als je gewoon zegt dat we een korte ademhalingsoefening doen, zeggen ze daarna allemaal hoeveel deugd het hen deed.”

 

Bron:           knack.be
Artikel:        GGZnieuws
Boeken:      Tommy Browaeys; Wake-up call, Elke van Hoof; Hoogsensitief

 

 

[/read]

Jarenlange schade van cognitieve functies bij burn out

De schade op de cognitieve functies van onze hersenen bij een burn out is meetbaar. De RU deed onderzoek naar de gevolgen van burn out >>
[read more=”Lees verder..” less=”minder”]

 

 

Burn-out laat een litteken na

 

Mensen met een burn-out zeggen vaak dat ze concentratieproblemen hebben en een slecht geheugen. Tot dusver is weinig onderzocht of dit objectief is vast te stellen. Bart Oosterholt deed dit wel, vlak na de diagnose en ruim anderhalf jaar later. Daarnaast bekeek hij het niveau van cortisol – het belangrijkste stresshormoon. Oosterholt promoveert op 2 december aan de Radboud Universiteit.

 

‘Burn-out patiënten scoren inderdaad minder goed op cognitieve functies zoals werkgeheugen en reactiesnelheid’, zegt Oosterholt. Ook kost het maken van de tests hen meer moeite dan gezonde personen. Zijn resultaten laten tevens zien dat burn-outpatiënten een verlaagd cortisolniveau hebben bij het opstaan.

 

Lange termijn

Als een van de eerste burn-outonderzoekers keek Oosterholt ook naar de langetermijneffecten. Hij onderzocht burn-outpatiënten niet alleen vlak na de diagnose maar ook anderhalf jaar later. Op dat tweede tijdstip, na afronding van hun psychologische behandeling en weer aan het werk, gaven de ex-burn-outpatiënten nog steeds aan cognitieve problemen te hebben. Hun resultaten op de cognitieve tests (onder andere werkgeheugen en reactiesnelheid) waren nog steeds iets slechter dan die van gezonde personen, al kostte het maken van de tests hen niet langer meer moeite. Ook was hun cortisolniveau na deze periode genormaliseerd.

 

‘Dit zijn natuurlijk resultaten op basis van cognitieve tests’, zegt Oosterholt. ‘Al geven ex-burn-outpatiënten ook zelf te kennen nog steeds last te hebben van cognitieve problemen, ik kan niet zeggen wat de slechtere cognitieve testprestatie in de alledaagse praktijk betekent. Wel geeft dit onderzoek aan dat de cognitieve beperkingen van burn-out langdurig zijn.’


Waarschuwing

‘Burn-out is een toenemend probleem in onze samenleving. In 2000 rapporteerde 9 procent van de werkenden burn-outklachten, in 2014 was dat opgelopen tot ruim veertien procent’ (cijfers CBS, red.). De promovendus van het Behavioural Science Institute aan de Radboud Universiteit onderstreept het belang van preventie en waarschuwt voor het wegstoppen van burn-outklachten. ‘Het is belangrijk om goed naar de eerste signalen van een burn-out – onder andere langdurige vermoeidheid en prikkelbaarheid -,  te luisteren en er vooral naar te handelen. Zoals we in dit onderzoek namelijk zagen, kan een ernstige burn-out littekens nalaten’.

 

Meer weten?

Neem contact op met team Wetenschapscommunicatie Radboud Universiteit, media@ru.nl of (024) 361 6000

 

[/read]

Meditatie verandert structuur van hersenen positief

Op MRI-scans van de hersenen is de invloed van meditatie meetbaar. Het type meditatie is daarbij van belang en zorgt voor verschillende fysieke ontwikkelingen van de hersenstructuur  >>
[read more=”Lees verder..” less=”minder”]

 

 

Meditatie kan je hersenen veranderen

 

Uit nieuw onderzoek blijkt dat meditatie je concentratie kan versterken, stress kan reduceren en fysieke veranderingen in de hersenen teweeg kan brengen. En verschillende vormen van meditatie hebben een verschillend effect. Wetenschap in beeld, door Michael Friislund.

 

Meditatie wordt in het oosten al duizenden jaren op allerlei manieren beoefend en sloeg in de jaren 1960 over naar het westen. Sindsdien onderzoeken wetenschappers wat meditatie eigenlijk doet met je geest, hersenen en lichaam. Nu blijkt uit onderzoek dat onlangs is uitgevoerd dat regelmatig mediteren je concentratie kan versterken, je stressniveau kan verlagen en de fysieke structuur van je hersenen kan veranderen.

 

MRI-scan laat fysieke veranderingen zien

De wetenschappers onderzochten 600 mensen die in drie groepen werden ingedeeld. Elke groep beoefende een andere vorm van meditatie – 30 minuten per dag, zes dagen per week, drie maanden lang. De MRI-scans toonden aan dat de hersenen van structuur veranderden, en dat die verandering verband houdt met het type meditatie dat de deelnemers beoefenden.

 

De eerste groep deed de tegenwoordig populaire mindfulness-meditatie. Hierbij zagen de onderzoekers een vergroting van het aantal neuronen in de prefrontale cortex (het voorste deel van de frontaalkwab), die onder meer de executieve functies aanstuurt die je gebruikt als je problemen probeert te doorgronden en op te lossen.

 

Meditatie verlaagt stressniveau

De twee andere groepen combineerden de ademhalingsmeditatie met verschillende oefeningen die je meer gevoel voor eigenwaarde geven. Hierbij namen de onderzoekers veranderingen waar in het limbisch systeem, het deel van de hersenen dat de emoties regelt. Uit bloedmonsters bleek bovendien dat het niveau van het stresshormoon cortisol 51 procent gedaald was.

 


Bron: Wetenschap in beeld

 

[/read]

Leer over balans in jouw leven   >